Was heißt »Fußweg« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Fußweg« (auch: Fussweg) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

stoep (männlich)
bijgank (männlich)
braa (männlich)
braai (männlich)
lantoer (männlich)
loopafstand (männlich)
wandelafstand (männlich)
voetpad (sächlich)
trottoir (sächlich)
plansier (sächlich)
plankier (sächlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Das Häuschen ist nur über einen schmalen Fußweg erreichbar.: Het huisje is enkel bereikbaar langs een smal pad.
Es ist eine Stunde Fußweg bis zur Station.: Het is een uur lopen naar het station.

Sinnverwandte Wörter

Fußgängerzone:: voetgangersgebied; voetgangerszone
Gehstraße:: voetgangersgebied; voetgangerszone

Antonyme

Luftlinie:: luchtlijn
Radweg:: fietspad

Niederländische Beispielsätze

Een onbekende man stapte op het voetpad heen en weer.
Je mag niet op de stoep parkeren.
Ik heb een muntstuk op de stoep gevonden.
Ik heb een geldstuk op het trottoir gevonden.
Het is verboden om met de fiets op de stoep te rijden.
De bestuurder liet zijn auto op de stoep staan.

Übergeordnete Begriffe

Strecke:: afstand
Weg:: weg

Untergeordnete Begriffe

Promenade:: promenade; wandel; wandeldreef

Fußweg übersetzt in weiteren Sprachen: