Was heißt »Fahrschein« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Fahrschein« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- kaartje
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Der Fahrschein gilt bis einschließlich Montag.
Het ticket is geldig tot en met maandag.
Ihren Fahrschein, bitte.
Uw ticket, alstublieft.
Uw kaartje, alstublieft.
Fahrschein bitte!
Ticket, alsjeblieft.
Ticket, alstublieft.
Synonyme
- Eintrittskarte:
- entreekaartje
- Karte:
- kaart
- Ticket:
- ticket
Niederländische Beispielsätze
Waar kan ik een kaartje kopen?
Het kaartje kost 100 euro.
Dit kaartje is geldig voor drie dagen.
De conducteur is vergeten mijn kaartje te stempelen.
Iedere toeschouwer koopt een kaartje.
Je hoeft alleen maar op het knopje te drukken om een kaartje te krijgen.
Heb je een kaartje?
Vergeet het kaartje niet.