Was heißt »Elefant« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Elefant« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- olifant (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ein blauer Elefant hat genauso große Ohren wie ein rosa Elefant.
De oren van een blauwe olifant zijn even groot als die van een roze olifant.
Die Vorschüler bastelten Elefanten aus Kloröllchen, Papier und Klebstoff.
De kleuters knutselden olifanten van wc-rolletjes, papier en lijm.
Er macht aus einer Mücke einen Elefanten. Dieser Tippfehler ist wirklich nicht so schlimm, wie er behauptet.
Hij maakt van een mug een olifant. Dat typfoutje is echt niet zo erg als hij beweert.
Haben Sie afrikanische Elefanten?
Heeft u Afrikaanse olifanten?
Ein Elefant hat eine lange Nase.
Een olifant heeft een lange neus.
Elefanten leben in Asien und in Afrika.
Olifanten leven in Azië en Afrika.
Elefanten gibt es sowohl in Afrika als auch in Indien.
Olifanten zijn er in Afrika en Indië.
Er liebt es, aus einer Mücke einen Elefanten zu machen.
Hij maakt graag van een mug een olifant.
Der Elefant ist grau.
De olifant is grijs.
Können Elefanten niesen?
Kunnen olifanten niezen?
Peter macht immer aus einer Mücke einen Elefanten.
Peter maakt altijd een olifant van een mug.
Er macht liebend gern aus einer Mücke einen Elefanten.
Hij houdt ervan om van een mug een olifant te maken.
Gut, dass du den Elefanten bemerkt hast!
Goed dat jij de olifant hebt opgemerkt!
Gut, dass ihr den Elefanten bemerkt habt!
Goed dat jullie de olifant hebben opgemerkt!
Gut, dass Sie den Elefanten bemerkt haben!
Goed dat u de olifant hebt opgemerkt!
Die Stoßzähne eines Elefanten bestehen aus Elfenbein.
De slagtanden van een olifant zijn gemaakt van ivoor.
Löwen, Wölfe, Elefanten und Pferde sind alle Tiere.
Leeuwen, wolven, olifanten en paarden zijn allemaal dieren.
Es waren keine weiteren Elefanten in der Nachbarschaft.
Er waren geen andere olifanten in de buurt.
Elefanten fressen Gras.
Olifanten eten gras.
Elefanten trinken Wasser.
Olifanten drinken water.
Der Elefant ist groß.
De olifant is groot.
Weibliche Wortform
- weiblich:
- vrouwelijk
Männliche Wortform
- männlich:
- mannelijk