Was heißt »Abkommen« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Abkommen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- overeenkomst (weiblich)
- schikking (weiblich)
- verdrag (sächlich)
- convenant (sächlich)
- akkoord (sächlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Die Schengener Abkommen haben den europäischen Bürgern eine größere Mobilität ermöglicht.
De Schengenakkoorden hebben de Europese burgers meer mobiliteit geboden.
Synonyme
Niederländische Beispielsätze
Ik ging akkoord.
Ik ging tegen mijn zin akkoord.
Tom zou akkoord gaan.
Ik wilde de kans om Hong Kong te zien niet laten lopen, dus ging ik akkoord om te reizen.
De klant ging akkoord.
Ga je akkoord met dit voorstel?
Vind je dat Tom hiermee akkoord zal gaan?
Ik ga akkoord, maar op één voorwaarde.
Iedereen gaat akkoord.
Hij wou absolute geheimhouding, en ik ging akkoord.
Ik ga helemaal akkoord.
Ga je niet akkoord met dat plan?
Deze overeenkomst treedt om middernacht in kracht.
Deze overeenkomst wordt geldig vanaf middernacht.
Ik heb de indruk dat we een akkoord hebben bereikt.
Tom ging niet akkoord.
We hadden de stilzwijgende overeenkomst, dat we elkaar zouden steunen.
Het verdrag verbiedt het gebruik van chemische wapens.
Beide landen hebben onderhandeld over een verdrag.
Spijtig genoeg kan ik niet akkoord gaan met jou.