Was heißt »Ab­fall« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Ab­fall« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • afval (sächlich)

Synonyme

Ab­nah­me:
afneming
Aus­schuss:
comité
commissie
uitschot
uitschotopening
Ein­bu­ße:
verlies
Fall:
val
Keh­richt:
vuilnis
Re­gres­si­on:
regressie
Schrott:
schroot
Sturz:
stort
val
Ver­min­de­rung:
vermindering
Ver­rin­ge­rung:
vermindering

Sinnverwandte Wörter

Ab­sa­ge:
afgelasting
afzegging
Apo­s­ta­sie:
afvalligheid
Bruch:
breuk

Antonyme

Ebe­ne:
niveau
verdieping
vlakte
Ge­winn:
baat
Roh­stoff:
grondstof

Niederländische Beispielsätze

  • Heb je het afval naar buiten gebracht?

  • Waar wordt het nucleaire afval tijdelijk opgeslagen?

Abfall übersetzt in weiteren Sprachen: