Was heißt »wohnlich« auf Niederländisch?
Das Adjektiv »wohnlich« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- comfortabel
- gemakkelijk
- geriefelijk
- gerieflijk
- welbehaaglijk
Antonyme
- ungemütlich:
- onplezierig
Niederländische Beispielsätze
Tom maakte het zichzelf zo comfortabel mogelijk.
Hoe koud het buiten ook is, de kamers worden comfortabel verwarmd.
Eerlijk gezegd: de kamer die men mij heeft gegeven, was allesbehalve comfortabel.
Hij heeft een comfortabel leven.
Ze leeft comfortabel.
Deze stoelen zijn niet comfortabel.
Übergeordnete Begriffe
- geeignet:
- geschikt
- günstig:
- goedkoop