Was heißt »auf­es­sen« auf Niederländisch?

Das Verb »auf­es­sen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • opeten

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Die Hälfte der Melonen wurde aufgegessen.

De helft van de meloenen is opgegeten.

Wenn du in drei Minuten deinen Teller nicht aufgegessen hast, bekommst du keinen Nachtisch.

Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.

Ich möchte das aufessen.

Ik wil het opeten.

Mama, Tom hat meinen Keks aufgegessen!

Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!

Hast du wirklich alles aufgegessen?

Heb je echt alles opgegeten?

Synonyme

fres­sen:
vreten
ver­zeh­ren:
consumeren

Niederländische Beispielsätze

  • Ik zal de appel opeten.

  • Ik heb zoveel honger dat ik een paard kon opeten.

  • Ik heb zoveel honger dat ik een koe kon opeten.

  • Ik ga het klokhuis van de appel niet opeten.

  • Mag ik die appelsien opeten?

  • Wil je het koekje daar niet opeten?

  • Hier opeten graag.

  • Ik wil mijn avocado opeten.

Übergeordnete Begriffe

es­sen:
eten
schaften

Aufessen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: aufessen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: aufessen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 361525, 550235, 851280, 2664942, 5708443, 2655694, 3452812, 3452831, 5105917, 5203184, 6852753, 8316790 & 10796905. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR