Was heißt »Post« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Post« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • post (weiblich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich bin gerade von der Post zurückgekommen.

Ik ben net terug van het postkantoor.

Er war so freundlich, mir den Weg bis zur Post zu zeigen.

Hij was zo vriendelijk om me de weg naar het postkantoor te wijzen.

Ich ging bis zur Post.

Ik ging tot aan de post.

Niemand bezweifelt seine Tauglichkeit für diesen Posten.

Niemand twijfelt aan zijn bekwaamheid voor deze functie.

Er ging zur Post, um den Brief aufzugeben.

Hij ging naar het postkantoor om de brief te verzenden.

Entschuldigen Sie bitte, könnten Sie mir den Weg zur Post zeigen?

Excuseert u mij, kunt u mij de weg naar het postkantoor wijzen?

Ich schicke das Buch per Post.

Ik stuur het boek met de post.

Laut der Washington Post gab die Regierung der USA zwischen 2000 und 2006 1,3 Milliarden Dollar an landwirtschaftlichen Subventionen für Menschen, die keine Landwirtschaft betreiben, aus.

Volgens de Washington Post gaf de Amerikaanse regering tussen 2000 en 2006 1,3 miljard dollar landbouwsubsidies aan mensen die niet aan landbouw doen.

Verschicken Sie dieses Buch bitte per Post.

Stuur dit boek op per post, alstublieft.

Die Bank befindet sich neben der Post.

De bank bevindt zich naast het postkantoor.

De bank ligt naast het postkantoor.

Bitte leiten Sie meine Post an diese Adresse weiter.

Stuur mijn post alstublieft door naar dit adres.

Ich will, dass du zur Post gehst.

Ik wil dat je naar het postkantoor gaat.

Der Postbote bringt die Post ins Haus.

De postbode brengt de post aan huis.

Du hast Post.

Je hebt post.

Die Post wird vormittags zugestellt.

De post wordt bezorgd voor de middag.

Die Post kann nicht zugestellt werden.

De mail kan niet worden bezorgd.

Habe ich Post bekommen?

Was er post voor mij?

Die Post ist hier gleich nebenan.

De post is hier dichtbij.

Ich bekam heute Morgen viel Post.

Ik had veel post vanmorgen.

Er brachte das Paket zur Post.

Hij droeg het pak naar de post.

Sind heute Briefe für mich in der Post?

Zijn er vandaag brieven voor mij in de post?

Die Post ist zwei Kilometer von hier entfernt.

Het postkantoor is hier twee kilometer vandaan.

Synonyme

E-Mail:
e-mail
Wa­re:
waar

Niederländische Beispielsätze

  • Per aangetekende post?

  • Hij zal het boek opsturen met de post.

  • Wanneer je een fout ziet, post dan simpelweg een commentaar!

  • Zou je deze brief voor me op de post kunnen doen?

  • Vergeet niet de brief op de post te doen.

Untergeordnete Begriffe

Feld­post:
veldpost

Post übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Post. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Post. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 406573, 411763, 553429, 585475, 606318, 614812, 652817, 995267, 1514895, 1539743, 1550304, 1563253, 1857091, 3025854, 3464343, 4909256, 6086240, 6086242, 6086344, 6315129, 6315143, 9111947, 8810555, 3927651, 1622143, 424945 & 377873. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR