Was heißt »Ge­we­be« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Ge­we­be« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • weefsel (sächlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ein Meniskus ist kein Knochen. Er ist ein Knorpel, ein elastisches, biegsames Gewebe.

Een meniscus is geen been. Het is kraakbeen, een elastisch, buigzaam weefsel.

Ihr Wunschtraum ist, das sibirische Wollhaarmammut, das vor ungefähr sechstausend Jahren ausgestorben ist, mittels eines Stückchens Gewebe, das im Permafrostboden erhalten geblieben ist, wieder zum Leben zu erwecken.

Hun ambitie en droom is om de Siberische wolharige mammoet – die ongeveer zesduizend jaar geleden is uitgestorven – weer tot leven te brengen door middel van een stukje weefsel dat bewaard is in de ondergrondse permafrost.

Synonyme

Stoff:
stof
Zeug:
tuig

Antonyme

Plat­te:
plaat
schijf

Untergeordnete Begriffe

At­las:
atlas
Frot­tee:
badstof
frotté
Knor­pel:
kraakbeen
Mol­ton:
molton
Pa­r­en­chym:
parenchym
Samt:
fluweel

Gewebe übersetzt in weiteren Sprachen: