Was heißt »Gaststätte« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Gaststätte« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Synonyme

Je kan vanaf het restaurant het hele park zien.
Het hotel was ooit een restaurant.
Ik wou dat je me eens mee zou nemen naar een restaurant.
Ik vond dit restaurant bij toeval.
Ik vond dit restaurant toevallig.
Mijn vader runt een restaurant.
Toen Tom die andere vrouw dan ook nog kuste, verliet Maria beledigd het restaurant.
Wij lunchen vaak in dat kleine restaurant om de hoek.
Dit restaurant is nooit gesloten.
Ze gingen lunchen in een duur restaurant.
Tom werkt in een Italiaans restaurant.
Ik ken een goed Italiaans restaurant.
Tom speelt met het idee om dat oude restaurant in de Parkstraat te kopen.
Dit restaurant heeft drie Michelinsterren.
Ik kan het restaurant niet vinden.
Roken is verboden in dit restaurant.
Tom opende een nieuw restaurant.
Dat is een duur restaurant.
Dit restaurant accepteert alleen contant geld.
Dat restaurant is te duur.