Was heißt »Flucht« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Flucht« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- vlucht (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Der Dieb ergriff die Flucht, als der Polizist ihn sah.
De dief zette het op een lopen wanneer de politieagent hem zag.
Einem Feind auf der Flucht baust du gerne eine Brücke.
Voor een vijand op de vlucht bouw je met plezier een brug.
Sie ist auf der Flucht.
Ze is op de vlucht.
Synonyme
- Ausbruch:
- ontsnapping
Niederländische Beispielsätze
Tom wil zijn vlucht niet missen.
We kwamen op de luchthaven aan drie uur voor onze vlucht.
Pompeius en zijn soldaten sloegen op de vlucht.
Sorry, de vlucht is vol.
Hoelang duurt de vlucht?
Ik zou een vlucht naar Vancouver willen reserveren.
Hij voelde het gevaar en ging op de vlucht.
Er is een directe vlucht van Tokio naar Londen.
De vlucht was overboekt.
Tom vlucht.
Mijn vlucht was vertraagd.
Laatste oproep voor vlucht 333 naar Boston.