Was heißt »Blau« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Blau« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- blauw
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Wenn man Blau und Rot mischt, erhält man Violett.
Als je blauw en rood mengt, krijg je violet.
Er kann Grün und Blau nicht auseinanderhalten.
Hij kan groen en blauw niet uit elkaar houden.
Wir haben die Stiefel in Grün, Blau und Gelb.
We hebben de laarzen in groen, blauw en geel.
Welche Farbe ist dir lieber? Blau oder Rot?
Van welke kleur hou je het meest? Van blauw of van rood?
Blau steht dir gut.
Blauw staat je goed.
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
De hemel is blauw.
Zijn fiets is blauw.
Mijn ogen zijn blauw.
Haar ogen zijn blauw.
Mijn auto is niet rood, maar blauw.
Wat is de hemel blauw!
Het was een prachtige zomer en de hemel was voortdurend blauw.
De Franse vlag is blauw, wit en rood.
Vandaag is de lucht blauw en onbewolkt.
Haar fiets is blauw.
Ik heb de poort blauw geverfd.
Waarom is de hemel blauw?
Hij verfde het plafond blauw.
Tom sloeg Mary bont en blauw.
Tom heeft een blauw oog.
De kleuren van de Amerikaanse vlag zijn rood, wit en blauw.
Ik zie iets wat jij niet ziet, en het is blauw.
Het water was blauw.
De lucht is zo blauw als hij maar zijn kan.
Weet je waarom de hemel blauw is?
Übergeordnete Begriffe
- Farbe:
- kleur