Was heißt »Ab­ma­chung« auf Niederländisch?

Das Substantiv Ab­ma­chung lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • overeenkomst (weiblich)
  • afspraak (männlich)

Synonyme

Kom­pro­miss:
compromis

Sinnverwandte Wörter

Ab­kom­men:
akkoord
convenant
schikking
verdrag
Pakt:
pakt
Ver­trag:
contract
verdrag

Niederländische Beispielsätze

  • Enkel op afspraak.

  • Heeft u een afspraak?

  • Hebben jullie een afspraak?

  • Een afspraak in de ochtend is voor mij beter.

  • Mijn dochter heeft morgen een afspraak bij de tandarts.

  • Ik heb al een afspraak.

  • Afspraak is afspraak.

  • Ik heb een afspraak bij de oogarts.

  • Hebt u een afspraak?

  • Ik heb een afspraak om 8 uur.

  • Heb je een afspraak?

  • Deze overeenkomst treedt om middernacht in kracht.

  • Deze overeenkomst wordt geldig vanaf middernacht.

  • Ik wil je eraan herinneren dat je om half drie een afspraak hebt.

  • Ik wil graag een afspraak met Dr. King maken.

  • Door plotselinge ziekte moest ze haar afspraak afzeggen.

  • Tom heeft om half drie een afspraak bij de tandarts.

  • Ik heb vandaag een afspraak met het lot.

  • Zoals wel vaker het geval is, was Mike deze namiddag te laat op de afspraak.

  • We hadden de stilzwijgende overeenkomst, dat we elkaar zouden steunen.

Untergeordnete Begriffe

Klau­sel:
clausule
Pflicht:
plicht
Wet­te:
weddenschap

Ab­ma­chung übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Abmachung. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2024, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Thesaurus] OpenThesaurus-User: Abmachung. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2024, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Satzbeispiele] User-generated content: Satz Nr. 9995185, 9061164, 9061149, 8617082, 8493164, 8289676, 8210863, 8206423, 5507039, 5029999, 4531882, 4177720, 4177716, 3703679, 3062066, 3039485, 2283822, 2002762, 1620981 & 1481873. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR