Was heißt »zu­läs­sig« auf Niederländisch?

Synonyme

be­rech­tigt:

legitiem

toegelaten

verantwoord

ge­setz­lich:

wettelijk

le­gal:

legaal

recht­mä­ßig:

legaal

rechtelijk

rechtmatig

Niederländische Beispielsätze

• Niets is waar; alles is toegestaan.

• Het is ons niet toegestaan om ons vastberadenheid ook maar een moment te laten rusten. Zelfs wanneer we wanhopig laten gebeuren wat er gebeurt, hebben we besloten niet te beslissen.

• Grove taal is niet toegestaan.

• Huisdieren niet toegestaan.

• Geen huisdieren toegestaan.

• Het is niet toegestaan om te roken.

• Slapen in de klas is niet toegestaan.

• Wat Jupiter is toegestaan, is het rund nog niet toegestaan.

• Roken is in de lift niet toegestaan.

• Onbevoegden zijn niet toegestaan op het terrein.

• Dames zijn niet toegestaan in de kroeg.

• Toegang toegestaan alleen voor studenten.

• Toegang alleen toegestaan voor studenten.

• In liefde en oorlog is alles geoorloofd.

• Roken is toegestaan.

• Roken is in dit vertrek niet toegestaan.