Was heißt »reiten« auf Niederländisch?
Das Verb »reiten« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- paardrijden
- rijden
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ich kann reiten.
Ik kan paardrijden.
Ich bevorzuge es zu laufen, statt zu reiten.
Ik wandel liever dan dat ik rijd.
Können Sie ein Pferd reiten?
Kunt u paardrijden?
Kannst du ein Pferd reiten?
Kan jij paardrijden?
Kun jij paardrijden?
Der Junge ritt zum ersten Mal auf einem Pferd.
De jongen reed voor het eerst op een paard.
Er weiß, wie man ein Kamel reitet.
Hij weet hoe hij een kameel moet berijden.
Ich reite.
Ik rij paard.
Synonyme
- besteigen:
- klimmen
Niederländische Beispielsätze
De bestuurder probeert zo hard mogelijk te rijden.
Bij geel zou je niet door het verkeerslicht mogen rijden.
Bij oranje zou je niet meer door het stoplicht mogen rijden.
Het is verboden om met de fiets op de stoep te rijden.
Het station ligt op tien minuten rijden van hier.
Kunt u rijden?
Ik kan niet rijden.
Het is gevaarlijk om zonder helm op een motor te rijden.
Tom is niet degene die Mary heeft overtuigd om John auto te leren rijden.
Ik zal je naar huis rijden.
Het is geen lolletje om de hele tijd achter een rijlesauto te rijden.
Ik adviseerde hem om niet te rijden.
Ik wil rijden.
Over een paar dagen zul je in staat zijn auto te rijden.
Je kunt niet rijden.
Op het Amerikaanse continent rijden de auto's rechts.
In Amerika rijden de auto's rechts.
In Amerika rijden auto's aan de rechterkant van de weg.
Tom zal rijden.
We zullen rijden.
Übergeordnete Begriffe
- bewegen:
- bewegen