Was heißt »ernten« auf Niederländisch?

Das Verb »ernten« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ihr kennt den Satz, wir ernten, was wir säen. Ich habe den Wind gesät und hier ist mein Sturm.: Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.
Wer Wind sät, wird Sturm ernten.: Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Ich ernte Weizen.: Ik oogst tarwe.
Die dümmsten Bauern ernten die dicksten Kartoffeln.: De domste boeren hebben de dikste aardappelen.
Im November erntet man die Oliven auf den Bäumen, um Öl zu produzieren.: In november oogst men de olijven van de bomen om er olie van te maken.
Er erntet die Früchte seiner Arbeit.: Hij plukt de vruchten van zijn arbeid.
Wir haben die Kürbisse geerntet, indem wir sie erst einander zuwarfen und schließlich einer Person auf dem Lieferwagen.: We hebben de pompoenen geoogst door ze naar elkaar te gooien en vervolgens naar iemand op de vrachtwagen.
Die Kürbisse können bald geerntet werden.: De pompoenen kunnen binnenkort worden geoogst.
Die Karotten können geerntet werden.: De wortels kunnen worden geoogst.; De wortelen kunnen worden geoogst.