Was heißt »Schottland« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Schottland« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- Schotland (sächlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Das Vereinigte Königreich besteht aus England, Schottland, Wales und Nordirland.
Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland.
Ich lebe in Schottland.
Ik woon in Schotland.
Einige Lieder stammen aus Schottland.
Sommige nummers komen uit Schotland.
Seine Schwester lebt in Schottland.
Zijn zus woont in Schotland.
Ihre Schwester lebt in Schottland.
Haar zus woont in Schotland.
Die Leute, die gestern fortgegangen sind, sind aus Schottland.
De mensen die gisteren vertrokken komen uit Schotland.
Das Bild erinnerte mich an Schottland.
De foto herinnerde me aan Schotland.
Ich werde meine Reise nach Schottland verschieben, bis es wärmer ist.
Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.
Ik stel mijn reis naar Schotland uit tot het warmer is.
Großbritannien besteht aus Wales, England und Schottland.
Groot-Brittannië bestaat uit Wales, Engeland en Schotland.
Er verbrachte ein paar Monate in Schottland.
Hij bracht een paar maanden door in Schotland.
Schottland ist Teil des Vereinigten Königreichs.
Schotland maakt deel uit van het Verenigd Koninkrijk.
Als wir kürzlich in einer Buchhandlung in Schottland waren, fragte meine Frau den jungen Verkäufer, ob er von einem bestimmten Kinderbuch eine Ausgabe auf Gälisch habe.
Onlangs, toen we in een boekenwinkel in Schotland waren, vroeg mijn vrouw aan de jonge bediende of hij een van een bepaald kinderboek een versie in het Gaelisch had.
Schottland und Nordirland wollen in der Europäischen Union bleiben.
Schotland en Noord-Ierland willen in de Europese Unie blijven.