Was heißt »Schal« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Schal« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Schütten Sie das Mehl in eine Schale und fügen Sie dann, während Sie das Ganze mit einem Holzlöffel oder einem Paar Stäbchen umrühren, nach und nach das warme Wasser hinzu.: Giet de bloem in een kom en voeg dan, terwijl u het geheel met een houten lepel of een paar eetstokjes doorroert, geleidelijk het warme water toe.
Das Mädchen dort mit dem Schal ist Jungfrau.: Dat meisje dat een sjaal draagt, is maagd.
Ich kaufte Dan eine Krawatte und werde Elena einen Schal kaufen.: Voor Dan heb ik een stropdas gekocht, voor Elena koop ik een sjaal.
Wenn du Bananen in den Kühlschrank legst, wird die Schale ganz braun.: Als je bananen in de koelkast stopt, wordt de schil helemaal bruin.
Meine Oma hat eine Menge Schals.: Mijn oma heeft een hoop sjaals.
Eine Schale Reis wiegt circa 180 Gramm.: Een kom rijst weegt ongeveer 180 gram.
Wo hat sie diesen orangen Schal her?: Waar heeft ze die oranje sjaal vandaan?
Maria hat diesen Schal gestrickt.: Maria heeft deze sjaal gebreid.
Maria trägt einen roten Schal.: Maria heeft een rode sjaal om.