Was heißt »Geldautomat« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Geldautomat« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- geldautomaat
- bankautomaat
- flappentap
- giromaat
- pinautomaat
- postmat
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Gibt es hier in der Nähe einen Geldautomaten?
Is er een geldautomaat in de buurt?
Nachdem Tom viermal eine falsche Geheimzahl eingegeben hatte, behielt der Geldautomat seine Karte ein.
Nadat Tom vier keer een verkeerde pincode had ingegeven, slikte de geldautomaat zijn kaart in.
Wo ist der Geldautomat?
Waar is de geldautomaat?
Waar is de bankautomaat?
Ich habe etwas Geld von einem Geldautomaten.
Ik heb wat geld uit een geldautomaat.
Ich suche einen Geldautomaten.
Ik zoek een geldautomaat.
Übergeordnete Begriffe
- Automat:
- automaat