Was heißt »Chinese« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Chinese« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich bin Chinese.: Ik ben Chinees.
Es ist nicht immer einfach, Japaner und Chinesen zu unterscheiden.: Het is niet altijd makkelijk om Japanners en Chinezen uit elkaar te houden.
Die Japaner haben mit den Chinesen viel gemein.: De Japanners hebben veel gemeen met de Chinezen.
Tom kennt nicht den Unterschied zwischen einem Japaner und einem Chinesen.: Tom kent het verschil niet tussen een Japanner en een Chinees.
Die Chinesen sind ein freundliches Volk.: Chinezen zijn een vriendelijk volk.
Sind sie Japaner oder Chinesen?: Zijn zij Japans of Chinees?
Ist er Chinese?: Is hij Chinees?
Obschon er Chinese ist, spricht er kein Chinesisch.: Hoewel hij Chinees is, spreekt hij geen Chinees.
Er ist kein Chinese.: Hij is niet Chinees.

Ik vroeg Tom of hij van Chinees eten hield.
Ze schrijft Chinees.
Is het moeilijk om Chinees te leren?
Ik spreek geen Chinees
Tom houdt niet van Chinees eten.
Spreekt u Chinees?
Ik kan Chinees spreken.
Na drie jaar op school kan de hond Chinees.
Omdat ik Chinees spreek.
Singapore wordt "Xīnjiāpō" genoemd in het Chinees.
Ik leer Chinees.
Wenjin is Chinees.
Ik kan Chinees praten, maar niet schrijven.
Ik versta geen Chinees maar ik wil het graag leren.
De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.
Dat is een Chinees restaurant.
Volgend jaar wil ik Chinees leren.
Hoewel ik 2 jaar Chinees gestudeerd heb, zijn er nog veel woorden die ik niet ken.
Zij zijn de twee enige studenten die Chinees leren.
Hij leert Chinees.