Was heißt »Armbanduhr« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Armbanduhr« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- horloge (sächlich)
- polshorloge (sächlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ich mag diese Armbanduhr nicht.
Dit polshorloge staat mij niet aan.
Die Armbanduhr auf dem Schreibtisch gehört mir.
Het horloge op het bureau is van mij.
Er erhielt vom Lehrer eine goldene Armbanduhr.
Hij kreeg van de leraar een gouden polshorloge.
Ich kaufe meinem Sohn eine Armbanduhr.
Ik ga een horloge voor mijn zoon kopen.
Er hat eine sehr teure Armbanduhr.
Hij heeft een heel waardevol armbandhorloge.
Ich habe eine Armbanduhr gekauft.
Ik heb een horloge gekocht.
Ich hab die Armbanduhr verloren.
Ik ben het horloge verloren.
Ik heb het horloge verloren.
Ik heb het polshorloge verloren.
Tom warf einen Blick auf seine Armbanduhr.
Tom wierp een blik op zijn horloge.
Niederländische Beispielsätze
Dit horloge lijkt op dat wat ik gisteren verloren ben.
Ik weet niet waar mijn horloge is.
Dit is het horloge dat ik gisteren gekocht heb.
Ik ben op zoek naar mijn horloge.
Dit horloge is van grote waarde.
Heeft u werkelijk genoeg geld om zo'n waardevol horloge te kopen?
Mijn horloge is preciezer dan het jouwe.
Dit horloge is duur.
Mijn vader repareerde mijn oude horloge.
Ik kan mijn horloge niet vinden.
Mijn horloge is minder duur dan het uwe.
Ik ben mijn horloge kwijt.
Waar kan men mijn horloge herstellen?
Waar en wanneer hebt ge dat antiek horloge gekocht?
Mijn horloge is heel precies.
Ze gaf hem een horloge.
Loopt je horloge goed?
Mijn horloge was gestolen.
Weet je waar mijn horloge is?
Dit horloge is gemaakt in Zwitserland.