Was heißt »Le­xi­kon« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Er hat ein ungeheures Wissen. Mit anderen Worten, er ist ein wandelndes Lexikon.

Hij beschikt over ongelooflijke kennis. Hij is een levende encyclopedie.

Synonyme

En­zy­k­lo­pä­die:

encyclopedie

Nach­schla­ge­werk:

naslagwerk

Wort­schatz:

vocabulaire

woordenschat

Niederländische Beispielsätze

• Mag ik je woordenboek even?

• Als je nieuwe woorden tegenkomt, moet je ze opzoeken in het woordenboek.

• Ik heb een woordenboek.

• Heb je een Engels woordenboek?

• Dat is mijn woordenboek.

• Ik zal de uitdrukking opzoeken in het woordenboek.

• Dit woordenboek is net zo nuttig als het jouwe.

• Ik heb haar haar woordenboek teruggegeven.

• Het woordenboek bevat ongeveer een half miljoen woorden.

• Ik heb het woordenboek geleend van mijn vriend.

• Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.

• Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.

• Er ligt een woordenboek op de schrijftafel.

• Ze kocht een woordenboek voor haar zuster.

• Waarom kocht je zo'n duur woordenboek?

• Dit woordenboek bevat niet meer dan 20.000 woorden.

• Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?

• Ik heb mijn woordenboek niet bij de hand.

• Die oude man is, bij wijze van spreken, een wandelend woordenboek.

• Mag ik je woordenboek even gebruiken?

Übergeordnete Begriffe

Nach­schla­ge­werk:

naslagwerk

Untergeordnete Begriffe

Glos­sar:

glossarium

woordenlijst