Was heißt »Chauf­feur« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Chauf­feur« (auch: Schof­för) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • bestuurder
  • chauffeur

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich bin Chauffeur.

Ik ben een chauffeur.

Ik ben chauffeur.

Niederländische Beispielsätze

  • De bestuurder hield een hoge snelheid aan.

  • De bestuurder liet zijn auto op de stoep staan.

  • Een voetganger is een chauffeur die erin geslaagd is een parkeerplaats te vinden.

  • Hij slaagde erin zijn rijexamen te halen hoewel hij een slechte chauffeur was.

  • Men heeft de bestuurder de schuld van het ongeluk gegeven.

  • Ik weet dat Tom een heel goede chauffeur is.

  • De bestuurder probeert zo hard mogelijk te rijden.

  • De bestuurder doet zijn best om zo snel mogelijk te gaan.

  • Tom is een slechte chauffeur.

  • Tom is een heel voorzichtige chauffeur.

  • De meeste auto-ongevallen zijn het gevolg van onoplettendheid van de bestuurder.

  • De auto is verongelukt omdat de bestuurder onvoorzichtig was.

Übergeordnete Begriffe

Be­ruf:
beroep

Chauffeur übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Chauffeur. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 5968795, 11522358, 11315262, 11149907, 8610360, 8437360, 8083039, 6787730, 6787729, 3039434, 1445718, 473349 & 384001. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR