Was heißt »Zom­bie« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich bin ein Zombie!

Ik ben een zombie!

Wir wurden von Zombies angegriffen.

We werden door zombies aangevallen.

Zombies sind schlecht.

Zombies zijn slecht.

Tom hat sich als Zombie verkleidet.

Tom verkleedde zich als een zombie.

In der ganzen Stadt wimmelt es von Zombies.

De hele stad wordt overspoeld door zombies.

Tom ist ein Zombie.

Tom is een zombie.

Antonyme

le­ben­dig:

levend

Mensch:

mens

nor­mal:

normaal

Niederländische Beispielsätze

• Wat zou je doen in het geval van een zombie-apocalyps?

• De zombie-apocalyps is nabij!