Was heißt »Haustier« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Haustier« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Manche Leute haben seltene Tiere als Haustiere.: Enkele mensen hebben zeldzame dieren als huisdier.
Keine Haustiere erlaubt.: Geen huisdieren toegestaan.; Huisdieren niet toegestaan.
Welche Tiere eignen sich am besten als Haustiere für Kinder?: Welke dieren zijn het meest geschikt als huisdier voor kinderen?
Er hat keine Haustiere.: Hij heeft geen huisdieren.
Hast du ein Haustier?: Heb je een huisdier?
Meg hat eine Katze als Haustier.: Meg heeft een kat als huisdier.
Haustiere und Rauchen sind in der Herberge verboten.: Huisdieren en roken zijn in de herberg verboden.
Es ist schwierig, sich ein Leben ohne Haustiere vorzustellen.: Het is moeilijk een leven zonder huisdieren voor te stellen.
Er hält ein Frettchen als Haustier.: Hij heeft een fret als huisdier.
Tom hat ein Eichhörnchen als Haustier.: Tom heeft een eekhoorn als huisdier.
Die Dame hat ein Haustier.: Mevrouw heeft een huisdier.; De dame heeft een huisdier.
Ich habe gehört, dass es in Japan Leute gibt, die sich Pinguine als Haustiere halten.: Ik heb gehoord dat er mensen in Japan zijn die pinguïns als huisdier hebben.
Ich bestatte deine Haustiere nicht.: Ik begraaf je huisdieren niet.