Was heißt »Eigenname« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Eigenname« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

eigennaam (männlich)

Synonyme

Name:: naam

Übergeordnete Begriffe

Substantiv:: substantief; zelfstandig naamwoord

Untergeordnete Begriffe

Doppelname:: dubbelnaam
Hausname:: huisnaam
Kosename:: koosnaam; vleinaam
Nachname:: achternaam
Ortsname:: toponiem
Pseudonym:: pseudoniem
Spitzname:: bijnaam
Toponym:: toponiem
Vorname:: voornaam

Eigenname übersetzt in weiteren Sprachen: