Was heißt »Abwanderung« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Abwanderung« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- vertrek
- emigratie
Synonyme
- Exodus:
- Exodus
Antonyme
- Aufenthalt:
- oponthoud
- Einwanderung:
- immigratie
Niederländische Beispielsätze
Ik vertrek zondag.
Ik vertrek over drie dagen.
Ik vertrek morgen naar Canada.
Ik vertrek niet zonder jou.
Wanneer vertrek je?
Hij heeft zijn vertrek uitgesteld tot morgen.
Ik wil je nog zien voor ik naar Europa vertrek.
Zelfs als het regent: morgen vertrek ik.
We stelden ons vertrek uit vanwege de storm.
Roken is in dit vertrek niet toegestaan.
Hij besloot zijn vertrek uit te stellen.