Was heißt »Sims« auf Niederländisch?

Niederländische Beispielsätze

• Haar naam stond niet op de lijst.

• Staat jouw naam op de lijst?

• Deze lijst staat op alfabetische volgorde.

• Jouw naam staat bovenaan op de lijst.

• Jouw naam staat op mijn lijst helemaal bovenaan.

• Ik zou graag hebben dat mijn naam weer op de lijst geplaatst wordt.

• Tom zette onze namen op de lijst.

• We weten dat alles op de lijst staat wat we moeten doen.

• Ik kan niet zeggen wie er op de lijst staat want ik heb de lijst nog niet gezien.

• Verwijder zijn naam van de lijst met kandidaten.

• Ze hebben een lijst opgesteld.

• Mijn taal zit niet op de lijst!

• Uw naam staat bovenaan op de lijst.

• Deze lijst geeft ook de vroegere leden van de groep.

• We presenteren hier een lijst met vaak gestelde vragen over Esperanto.

• Hun namen waren weggestreept van de lijst.

• Mijn taal staat niet op de lijst!