Was heißt »Carbonsäure« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Carbonsäure« (auch: Karbonsäure) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- carbonzuur (sächlich)
Übergeordnete Begriffe
- Chemikalie:
- chemicalie
- Säure:
- zuur
Untergeordnete Begriffe
- Acetylsalicylsäure:
- acetylsalicylzuur
- Ameisensäure:
- mierenzuur
- Aminosäure:
- aminozuur
- Benzoesäure:
- benzoëzuur
- Butansäure:
- boterzuur
- Buttersäure:
- boterzuur
- Essigsäure:
- azijnzuur
- Fettsäure:
- vetzuur
- Laurinsäure:
- laurinezuur
- Malonsäure:
- malonzuur
- Milchsäure:
- melkzuur
- Phthalsäure:
- ftaalzuur
- Propionsäure:
- propionzuur
- Stearinsäure:
- stearinezuur
- Zitronensäure:
- citroenzuur