Was heißt »sechs« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn.

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

Es ist zwanzig nach sechs.

Het is twintig over zes.

Het is tien voor half zeven.

Gott hat diese Welt in sechs Tagen erschaffen.

God schiep deze wereld in zes dagen.

Er hat einen Hund und sechs Katzen.

Hij heeft een hond en zes katten.

Laut der Bibel brauchte Gott sechs Tage, um die Welt zu erschaffen.

Volgens het Bijbelverhaal had God zes dagen nodig om de wereld te maken.

Es waren nur sechs Leute auf der Party.

Er waren maar zes mensen op het feest.

Ich spreche nicht gut Englisch, obwohl ich es sechs Jahre in der Schule gelernt habe.

Ik spreek niet goed Engels, ook al heb ik het zes jaar lang op school geleerd.

Er ist fast sechs Fuß groß.

Hij is bijna zes voet groot.

Tom steht jeden Morgen um sechs Uhr auf.

Tom staat iedere morgen om zes uur op.

Mein Vater kommt gewöhnlich um sechs nach Hause.

Mijn vader komt gewoonlijk om zes uur thuis.

Es ist fast sechs Uhr.

Het is bijna zes uur.

Het loopt tegen zessen.

Ich habe sechs Monate lang in England studiert, als ich Student war.

Ik heb zes maanden in Engeland gestudeerd toen ik student was.

Du musst um sechs aufstehen.

Je moet om zes uur opstaan.

Warte bis sechs.

Wacht tot zes uur.

Nach der Bibel hat Gott die Welt in sechs Tagen erschaffen.

Volgens de Bijbel schiep God de wereld in zes dagen.

Bist du um sechs aufgestanden?

Stond je om zes uur op?

Stond je op om zes uur?

Warten wir bis sechs Uhr.

Laten we tot zes uur wachten.

Es ist schon sechs Uhr.

Het is al zes uur.

Wenn du von zehn vier wegnimmst, dann hast du sechs.

Als je vier van tien aftrekt, krijg je zes.

Ich habe die sechs Fenster geschlossen.

Ik heb alle zes de vensters gesloten.

Er ist vor vier oder sechs Wochen gestorben.

Hij is vier tot zes weken geleden overleden.

Ja, ich habe sechs Mal gefragt.

Ja, ik heb het zes keer gevraagd.

Ich versuche, um sechs Uhr aufzustehen.

Ik probeer op te staan om zes uur.

Ich habe mit sechs Jahren Fahrradfahren gelernt.

Ik heb leren fietsen toen ik zes was.

Ich bin gegen sechs aufgestanden.

Ik ben tegen zessen opgestaan.

Ich komme um sechs zurück.

Om zes uur ben ik terug.

Wir haben sechs Eier.

We hebben zes eieren.

Ich habe vor sechs Monaten mit dem Rauchen aufgehört.

Ik ben zes maanden geleden gestopt met roken.

Henry hat nicht mehr als sechs Dollar.

Henry heeft niet meer dan zes dollar.

Wir kennen einander ja schon seit sechs Jahren.

We kennen elkaar al zes jaar.

Die meisten Gitarren haben sechs Saiten.

De meeste gitaren hebben zes snaren.

Wie viel ist vier mal sechs?

Hoeveel is vier maal zes?

Das Telefongespräch hat sechs Stunden gedauert.

Het telefoongesprek duurde zes uur.

In diesem Hause gibt es sechs Zimmer.

Dit huis heeft zes kamers.

Einige Menschen schlafen nur sechs Stunden oder sogar noch weniger und es geht ihnen trotzdem gut dabei.

Sommige mensen slapen slechts zes uur of zelfs nog minder en dat gaat hen toch goed.

Ich bin um sechs Uhr morgens aufgestanden.

Ik stond vanochtend om zes uur op.

Ich stehe normalerweise um sechs Uhr auf.

Ik sta gewoonlijk op om 6 uur.

Sie ist sechs Jahre älter als ich.

Ze is zes jaar ouder dan ik.

Mein Großvater frühstückt normalerweise um sechs.

Mijn grootvader ontbijt gewoonlijk om zes uur.

Sie wird gegen sechs Uhr von der Schule zurückkommen.

Rond zes uur komt ze terug van school.

Null, eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn.

Nul, een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.

Ich kam so gegen sechs Uhr.

Ik kwam zo rond zes uur.

Es sind sechs Grad unter Null.

Het is zes graden onder nul.

Morgen um sechs Uhr fünfundzwanzig kommt mein Zug in Düsseldorf an.

Morgen komt mijn trein om 5 voor half 7 in Düsseldorf aan.

Ich wachte gegen sechs Uhr auf.

Ik ben rond zes uur wakker geworden.

Warten Sie sechs Stunden!

Wacht zes uur.

Eine Gitarre hat gewöhnlich sechs Saiten, während eine Bassgitarre gewöhnlich vier Saiten hat.

Een gitaar heeft gewoonlijk zes snaren terwijl een basgitaar gewoonlijk vier snaren heeft.

Die Überarbeitung dieses Wörterbuchs beanspruchte sechs Jahre.

De herziening van dit woordenboek duurde zes jaar.

Sie waren sechs Monate mit dem Hausbau beschäftigt.

Ze zijn zes maanden bezig geweest om het huis te bouwen.

Das Abendessen ist gewöhnlich nicht vor sechs Uhr fertig.

Het avondeten is meestal niet voor zes uur klaar.

Der Film beginnt um sechs Uhr.

De film begint om zes uur.

Das Baby ist fünf oder sechs Monate alt.

De baby is vijf of zes maanden oud.

Es ist sechs Uhr.

Het is zes uur.

Als die Erde vor etwa 4,6 Milliarden Jahren entstand, waren die Tage ungefähr sechs Stunden lang.

Toen de aarde ongeveer 4,6 miljard jaar geleden ontstond waren de dagen ongeveer 6 uur lang.

Das waren die trockensten sechs Monate in dreißig Jahren.

Dit waren de droogste zes maanden in dertig jaar.

Ich bin um sechs Uhr aufgestanden.

Ik ben om zes uur opgestaan.

Zwei, vier und sechs sind gerade Zahlen.

Twee, vier en zes zijn even getallen.

Die nächsten vier bis sechs Wochen sind entscheidend dafür, den enormen Ebolaausbruch unter Kontrolle zu bringen.

De komende vier tot zes weken zijn cruciaal om de enorme ebola-uitbraak onder controle te krijgen.

Die Erinnerung an sechs Jahre im Herzen, beschließen wir heute die Tatoeba-Grundschule. Papa und Mama, die ihr immer hinter uns standet, unsere werten Lehrer und Lehrerinnen, die uns Stab und Stütze waren, vielen Dank!

Vandaag verlaten we de Basisschool Tatoeba, met zes onvergetelijke jaren in ons hart. Onze papa en mama, die altijd achter ons stonden, onze leerkrachten, die onze steunpilaren waren, hartelijk dank!

Niederländische Beispielsätze

• Mijn telefoonnummer is twee, vier, zes, acht.

• Ze staat elke morgen om zes uur op.

• Het is zes uur wanneer de grote wijzer op de twaalf staat en de kleine op de zes.

• Ze zijn zes maanden geleden getrouwd.

• U kunt de dienst van de Duden-Sprachberatung telefonisch bereiken van maandag tot en met vrijdag tussen acht en zes uur.

• Het vliegtuig landde om zes uur precies.

• Kom uiterlijk om zes uur.

• Het is zo half zes.

• Hij is hier altijd tussen vijf en zes.

• Tom heeft voor Frans een zes gekregen.