Was heißt »Un­ze« auf Niederländisch?

Niederländische Beispielsätze

• Kan je ons helpen?

• We hielden ons vast aan de tak.

• Wil je met ons voetbal spelen?

• Onderschat ons niet.

• Uit ons standpunt is zijn voorstel aanvaardbaar.

• Het klimaat van ons land is gematigd.

• Muziek maakt ons leven gelukkig.

• Kom, vertel ons nu het hele verhaal!

• Deze vlinders zijn zeldzaam in ons land.

• Ik heb het gevoel dat iemand ons aan het observeren is.

• We gaan ons land verdedigen.

• Kom allemaal hier! Oma wil ons vertellen hoe het leven de vorige eeuw was.

• Ze zullen de vergadering niet zonder ons beginnen.

• Laat ons elkaar tutoyeren.

• Laat ons hier een foto maken.

• We interesseren ons voor wiskunde.

• Ik deed de deur dicht, zodat ze ons niet konden horen.

• Dit boek zal ons zeer van pas komen.

• Laat ons spelen.

• Als gevolg van nieuwe ultra-lichte materialen, weegt ons product nu nog maar ongeveer half zoveel als voorheen!