Was heißt »Schifffahrt« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Schifffahrt« (auch: Schiff-Fahrt; veraltet: Schiffahrt) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- vaart
Niederländische Beispielsätze
Het schip vaart noordwaarts.
Het schip vaart naar het noorden.
Dit schip vaart naar Vancouver.
De Titanic zonk tijdens haar eerste vaart. Ze was een groot schip.
Deze tanker vaart naar Koeweit.
Zonder geluk vaart niemand wel.
Zij vaart morgen.
Ze reed met volle vaart op het rode stoplicht af. Uiteindelijk moest ze hard remmen. Blijkbaar is brandstof nog steeds te goedkoop.